◄▬ | Oudovergrootouders Roes-van Gent (IV) | ▬► |
224. Stephanus Roes (Roes C VIIc), (Steven Roessen, Roess, Röes, Russ, ook Ter Boe(c)k, bijgenaamd Boeker Steeven 1749), geb. Ter Boeck, Gaanderen [1704] als vijfde in leven gebleven en gehuwde zoon van het echtpaar Berent Roes en Hendersken ter Boeck, pachter van het goed Ter Boeck in Gaanderen onder Ambt Doetinchem 1734-1770, rotmeester (d.w.z. wijkmeester, wijkhoofd) van het Boeckerrot en keurnoot (d.w.z. gerichtsman, gerichtsbijzitter) in het landgericht ald. 1734-1770, gegoed ald. (1757) o.a. aan Het Halmes (het ‘Halmessteedjen’ 1776), tevens gegoed aan weiland te IJzevoorde onder Doetinchem (1734) en aan weiland in Terborg onder Wisch (te weten in De Wijnwaarden ald., nl. de ‘derde Wijnweerde’) (1754-1775), † Gaanderen 6 of 7 nov. 1776,
zn. van Berent Roes en Hendersken ter Boeck
tr. Gaanderen 1734
225. Catharina Vanderbosch, geb. Ter Gun, Gaanderen [1715], † Gaanderen (toen vermeld als ‘de Vrouwe van Ter Boek’) [i] 21 jan. 1795,
dr. van Godefridus (Geurt) Venderbosch (bijgenaamd Gunder Geurt 1721-) en Margaretha Borckens.
[i] Lees: ‘de Vrouwe’ in de zin van ‘de boerin’ van Ter Boeck (Red.).
(bron: 'Het Geslacht Roes' 2e dr. 2018, bewerkt door Prof. Mr. Sebastiaan Roes, p.187, 192-195)